‘Grote Motor’ Koen Polder houdt schade WVA op NCK beperkt

[door Mark Kassteen]
Val van Thijs

‘Grote Motor’ Koen Polder houdt schade WVA op NCK beperkt

Dronten, 30 september – onder zeer slechte weersomstandigheden verscheen de selectie van WVA aan de start op het Nederlands Club Kampioenschap ploegentijdrit in Dronten. De formatie van coach Frans van Rossum had wat tegenslag in de voorbereiding gekend en ook de race verliep niet helemaal vlekkeloos. Hierdoor kon de sterkste afvaardiging die in jaren op de been was gebracht uiteindelijk slechts 9 ploegen achter zich houden. Dit ondanks een gemiddelde snelheid van 44,23 km/uur op het 52 kilometer lange parcours. Genoeg stof dus voor de traditionele nabespreking bij de Chinees in Almere.

’12 keer nummer 60, alstublieft.’ Clubsecretaris Ed Bosse keek wat sipjes naar de Chinese menukaart toen hij zijn bestelling plaatste. We hadden vooraf afgesproken dat we het gerecht van de kaart zouden bestellen dat correspondeerde met onze eindklassering in de uitslag. Dat zou volgens mental coach Rob Bohte voldoende stimulans moeten bieden om hoge ogen te gooien in de einduitslag. Dat we op de Aziatische kaart eindigden op ‘3 visballen in zoetzure saus,’ was voor iedereen best een bittere pil.

Een van de belangrijkste oorzaken was zonder twijfel de valpartij van Thijs Geurts ergens halverwege het parcours. Op een van de vele rotondes die de Flevopolder rijk is, gleed hij uit het niets onderuit en eindigde ongelukkig tegen de stoeprand. Ik kon nipt langs fiets en rijder het gras insturen en stond voor de tweede maal in de race met mijn voet aan de grond. Eerder was ik onbedoeld al met het achterwiel van Thijs in aanraking gekomen en kon de onvermijdelijke klap met het asfalt ternauwernood pareren door met mijn rechtervoet op het asfalt te planten. De vonken spatten op de voorruit van de volgauto, zou Rob later beweren. Het was een onnodig gevolg geweest van miscommunicatie in de groep en een knullig stuurfoutje voorin. Erg jammer, want tot op dat moment reden we strak en rond de 48 km/uur ondanks schuine tegenwind en striemende regen. Met deze snelheid hadden we best wel eens rond een 30ste plek kunnen eindigen, de Chef’s Specials!

‘Laat maar liggen jongens, we moeten door!’ Niemand wilde blijkbaar vegetarisch Chinees eten en we lieten Thijs voor oud vuil achter in de natte polder.

We stonden stil en keken even naar Thijs. Hij ademde gewoon. Ik zag ons in rap tempo afzakken naar de vis- en bijgerechten. Nog even en we zaten verdomme in de vegetarische schotels. ‘Laat maar liggen jongens, we moeten door!’ Niemand wilde blijkbaar vegetarisch Chinees eten en we lieten Thijs voor oud vuil achter in de natte polder.

Maar de foutjes kwamen niet alleen van de rijders. Ook de ploegleiding had in de voorbereiding een lelijk steekje laten vallen. Na maandenlange onderhandelingen en schimmige beloften was het Frans eindelijk gelukt om hardrijder Ello van Gelderen bij Gaul! weg te kapen en aan de formatie toe te voegen. Dat het hierbij van belang was dat dit ook bij de KNWU bekend werd, wuifde de oud-masseur weg als ‘bijzaak.’ Hij kende wel iemand bij de organisatie en ‘dat zou wel goedkomen.’ Hij gaf de ploeg een dikke knipoog om dat te onderstrepen. Het was dus even slikken toen op het laatste moment vanuit de jury het bericht kwam dat Ello niet voor het Amsterdamse rood-zwart mocht uitkomen. Reserve Bart van Breemen was na een prijzenrijke zomer inmiddels al aan zijn welverdiende Herfstbokseizoen begonnen, maar vond zichzelf niet te goed om alsnog bij de ploeg aan te sluiten. Schermend met wattages, omslagpunten en bloedwaardes durfde de alleskunner van de 50 plus het gerust aan om het gat dat Ello achter liet te vullen. Aan zelfvertrouwen geen gebrek.

Met zijn vijven moesten we door. Onder aanvoering van Sanne Pelgröm en Koen Polder kwamen we langzaam weer op snelheid, maar de ploeg had een mentale tik gekregen. Ik begon mijn benen te voelen. De schrik zat er goed in. Mijn kopbeurten moest ik wel gewoon blijven draaien natuurlijk. De regendruppels lagen nog altijd als bolletjes op mijn bovenbenen. De massageolie van Frans hield het vocht en kou mooi buiten de deur. Ik was nog nooit eerder gemasseerd voor een wedstrijd en vond dat dan ook een aanlokkelijk aanbod. Pas toen ik in een achterkamertje van hotel Het Galjoen behandeld werd door iemand die zichzelf ooit ‘Frans met De Gouden Pik’ had laten kronen, begreep ik dat dit zijn manier was om de renners stuk voor stuk voor zijn organisatorische blunder te compenseren. Dat deed hij goed, dat moet gezegd! Ik ging van kop af.

Toen ik achteraan de vijfde plek weer in wilde nemen, reed daar opeens weer een 6e renner in WVA-tenue. Bizar hoeveel deze coureur op Thijs Geurts leek. Ik was bang dat ik door de inspanning was begonnen te hallucineren, maar het bleek hem gewoon écht te zijn! Hij had zich op miraculeuze wijze terug weten te rijden in de ploeg en daarmee de formatie weer compleet gemaakt. Een enorme moraal voor alle rijders! Het gejuich uit de volgauto was zelfs tot de voorste man hoorbaar. Na zijn val en inspanning om terug te komen had Thijs zelfs nog wat lucht over om oudgediende en wegkapitein Marcel Kamerling erop te wijzen dat hij niet moest snokken. De enige 60-plusser in het team moest dit jaar af en toe een gaatje laten, maar trok dan vervolgens iets te hard door om te laten zien dat hij echt nog wel hard kon rijden. Een doodzonde in een ploegentijdrit. Maar als iemand met het bloed op zijn benen en scheur in zijn snelpak dan buldert ‘NIET SNOKKEN,’ dan luister je daar wel naar, zelfs als je Kamerling heet. En zo kwam het dat we met de voltallige ploeg Dronten weer binnen konden rijden.

Bij de Chinees had Rob inmiddels de aandacht opgeëist om iedereen even in het zonnetje te zetten. Alle renners kregen een biertje van brouwerij De Twee Knaapjes met een hartelijke persoonlijke boodschap. Uiteraard was er veel lof voor Thijs, hoewel iedereen het er over eens was dat het zijn schuld was dat we nu met gore Visballen in saus zaten opgescheept. Volgens berekeningen van Van Breemen hadden we zonder de val waarschijnlijk net een behoorlijke Babi pangang speciaal (nr. 48) als hoofdgerecht kunnen krijgen. Bovendien hadden we daarmee vermoedelijk de oude ploeg van Ello net achter ons kunnen laten en dat was een sterk signaal naar de geel-zwarte concurrent geweest. Maar helaas.

Zelf moest ik het doen met de fles met het ‘Voetje op de vloer’ label. Een heerlijk bier overigens! De mooiste fles met het etiket ‘Grote Motor’ ging naar Koen Polder, die de langste kopbeurten had gedraaid en zich van regen en wind niets had aangetrokken. Kop afgeven was voor hem meer een sociale verplichting dan fysieke noodzaak. Eerder had de speaker de WVA-held ook al in de schijnwerpers gezet op het startblok. Koen’s volledige en indrukwekkende palmares dreunde hij 1 minuut voor de start op. Ik wachtte geduldig tot de speaker mijn naam en prijzenlijst eindelijk zou noemen. Nog 30 seconden. Koen had dít gewonnen en alsof het niet genoeg was ook nog es dát gewonnen. Nog 15 seconden. De Oranjeronde van Amsterdam, ook gewonnen. De speaker moest voortmaken wilde hij mijn naam nog noemen. ‘Enzovoorts, enzovoorts…’ haastte hij zich nu. ‘En dat was alleen nog maar dit seizoen, dames en heren! Vijf…, vier…, drie…, twee…, één…’ En we waren vertrokken. De rest van de namen stierven roemloos weg op het plein.

Voor de volledigheid
  • Renners die ertoe doen: Marcel Kamerling, Thijs Geurts, Sanne Pelgröm, Koen Polder, Bart van Breemen en Mark Kassteen
  • Coaches van allure: Frans van Rossum en Rob Bohte
  • Onvoorwaardelijk support: Ello van Gelderen (klasse!), René Randsdorp en Ed Bosse
  • Regen trotserende groupies: Judith van M. en Sylvia B.