Bij onze club klopt het Amsterdamse wielerhart

Judgement Day Met Ello ‘de Terminator’ van Gelderen

Gisteren zat ik voor de zoveelste keer de film Terminator 2: Judgement Day te kijken. Een meesterlijke Amerikaanse sciencefictionfilm uit 1991 met Arnold Schwarzenegger in de hoofdrol van de goedaardige Terminator. Een klassieker die je gezien moet hebben, al was het maar om onderstaand vergelijk met een van de sterkste renners van WvA te kunnen bevatten! Verder lezen is anders nagenoeg zinloos. Hasta la vista, baby!

Het begon me eigenlijk pas een beetje te dagen toen ik in zijn wiel zat zo’n rondje of 8 voor het afsprinten van de zwarte nummers. Ik was samen met Jos Backer weggesprongen op zoek naar 2 solo rijdende koplopers toen de terminator zich plots bij ons voegde. ‘Come with me if you want to live!’ Gedrieën reden we naar de eerste rijder. Althans, de terminator reed, Jos en ik volgden braaf. We wilden inderdaad blijven leven. De terminator deed onmenselijk harde en lange beurten, machinaal, meedogenloos en slokte lachend de eerste renner op. Jos en ik lachten niet.

Mechanisch draaiden de benen van de terminator rondjes, geen enkele vorm van verval. Maar in het zicht van de laatste koploper zag ik toch opeens een elleboogje wenken ten teken dat ik over moest nemen. De programmeurs van Skynet hadden dit model renner kennelijke menselijke eigenschappen mee willen geven zodat het niet al teveel op zou vallen dat we hier eigenlijk met een Terminator T-800 (model 101) te stellen hadden. Ook de van origine Oostenrijkse acteur is in de film behept met menselijke trekjes en laat zich zelfs door zijn rebellenleider John Connor instrueren geen mensen meer te doden. De terminator krabt zich hierbij even achter de spreekwoordelijke oren, maar begrijpt dit uiteindelijk.

‘Geen mensen doodrijden Ello,’ luidde de instructie van Rob. ‘Waarom?’, vroeg de machine droogjes. ‘Dat is niet leuk en bovendien houden we dan geen ploeg meer over.’

Tijdens de eerdere ploegentijdrittraining die woensdagavond ving ik een gesprekje op tussen mental coach Rob Bohte en Ello van Gelderen, waarvan ik op dat moment nog dacht dat hij uit louter vlees en bloed bestond. ‘Geen mensen doodrijden Ello,’ luidde de instructie van Rob. ‘Waarom?’, vroeg de machine droogjes. ‘Dat is niet leuk en bovendien houden we dan geen ploeg meer over.’ Ook de WvA-terminator gaf uiteindelijk een mechanisch knikje.

In de achtervolging slokte de in huid en haar gehulde stalen machine nu ook de laatste renner op en reed hem mentaal de vernieling in. ‘He’ll live,’ zegt Arnold in de film glimlachend nadat hij van een bewaker beide knieën kapot heeft geschoten. Wij laten de geknakte renner weliswaar huilend achter, maar ook hij leeft inderdaad nog.

Rob had voorafgaand aan de wedstrijd als kers op de trainingstaart een individuele proloog over 2500 meter in het vooruitzicht gesteld voor Koen Polder, Jeroen Thiele, Ello van Gelderen en mijzelf. Ik haat dat, die korte afstandjes. Maar dat is nu even bijzaak. Om niet direct als machine ontmaskerd te worden, reed Ello rustigjes de derde tijd. Ik zat er een volle 7 seconden achter. En dat was dan weer 16 seconden verschil met de nummer 1. De privacywet staat helaas niet toe dat ik namen aan tijden koppel, maar zo heeft u een beetje een idee. Rob vond het nodig om na afloop tussen neus en lippen door even aan te geven dat mijn tijd nou niet echt de beste opmaat naar ‘Judgement Day’ was. Hij refereerde overduidelijk naar de dag des oordeels waarop het zestal bekend gemaakt gaat worden dat onze prachtige vereniging mag vertegenwoordigen op het NCK. Hij gaf daarbij een vette knipoog aan de terminator, maar deze reageerde niet, duidelijk onbekend met dit stukje complexe intermenselijke communicatie. Maar ik was nu wel getergd!

Ik had wat te bewijzen aan mezelf, mijn ploeggenoten, maar vooral aan coach Rob die ik de tijden zag invoeren in zijn database. Ik was vastberaden om met elke en iedere ontsnapping mee te gaan, of desnoods zelf op te zetten. Met de aansluiting van Ello wist ik dat ik kansrijk was zolang ik maar dat godvergeten wiel kon houden. Dat lukte en er sloot zelfs een groepje aan. Dit waren volgens de machine voor me de nieuwere modellen terminator, de T-1000 gemaakt van mimetic poly-alloy. ‘Vloeibaar metaal,’ verzuchtte het oude model na mijn niet-begrijpende blik. Die kunnen dus eigenlijk iedere vorm aannemen, dus bijvoorbeeld ook van oer-hardrijders als Robin de Pruyssenaere (beter bekend als De Strijkplank vanwege zijn perfect horizontale rug wanneer hij fietst). Robin had inderdaad de inhaalactie geleid. Afijn, ik zag mij dus omgeven door oude en nieuwe terminator-modellen. Een surreële situatie. Maar het mooie was, de uit 2029 gestuurde machines reden allemaal bij wit! Ik hoefde dus alleen maar de rit uit te zitten om de dagprijs in de wacht te slepen. Dat lukte met 1:26 voor op het peloton en de terminators reden door voor de laatste 3 rondjes.

Na een langdurige en slopende slotscène weet de latere gouverneur van Californië uiteindelijk af te rekenen met het gemene nieuwe model terminator. (spoileralert!) Die vergaat dramatisch in een kolkende massa vloeibaar ijzer. Ook Ello had hard afgerekend met de concurrentie en met grote klasse en overmacht de sprint in de kopgroep gewonnen. Jos (nog knap 5e), de terminator en ik tafelen nog wat na in het verder nagenoeg lege clubhuis. Jos en ik drinken bier. ‘Die jongens heb je mooi afgetroefd Ello,’ zeg ik. ‘Terminated,’ verbetert hij. Hij nam een flinke slok van zijn Radler 0,0% en gaf me een knipoog.

Zwarte nummers:
  1. Mark Kassteen
  2. Stan Nelissen
  3. Robert-Jan van Diepen
Terminators:
  1. Ello van Gelderen (T-800, model 101)
  2. Joris Maarleveld (T-1000)
  3. Marcel Witte (T-1000)