WVA trein op stoom in Friese Ploegentijdrit
Afgelopen zaterdag 24 september heeft een selectie van WVA hardrijders deelgenomen aan de ploegentijdrit op de Centrale As in Friesland. Die As is net zoiets als de Zuidas van Amsterdam maar dan zonder bebouwing. Een gloednieuwe snelweg tussen de weilanden dus met superkwaliteit asfalt!
De wekker ging vroeg en de reis naar Friesland verliep voorspoedig. Om 9.30 uur was de ploeg compleet aanwezig en bij de inschrijftafel zei de mevrouw: “Ah, u komt voor de tijdrit van de Elite”. Met de uitstraling van de WVA zit het dus wel goed 😉
De WVA selectie bestond uit een zestal renners die zorgvuldig geselecteerd waren door keuzeheren Rob Bohte en Frans van Rossum uit weer een 12-tal renners die momenteel voor het NCK tijdrijden trainen. In volgorde van opstelling: Marcel Kamerling, Bart van Breemen, Erik-Jan Bosch, Mark Kassteen, Hans Leijnse en Maikel Schnerr. Het was even puzzelen met de de 1.76m van Marcel en de 2.04m van Mark om tot de meest ideale aerodynamica te komen en uiteindelijk was dit de ideale volgorde.
Om 11.48 moesten we starten en ruim op tijd gingen we inrijden. Daarna richting start een paar km verderop. Echter, Marcel was opeens zoek. De hete ploeg wachten, zoeken en de tijd tikte inmiddels hard weg. Tenslotte gingen we dan maar met 5 man naar de start en wie stond daar al….? Marcel! Het was even dringen om de ploeg weer compleet te krijgen, fietsen te laten controleren en we konden van start.
Eerst zouden we wind mee hebben – er stond ongeveer windkracht 4 – en in de voorbespreking werd er door de oude rotten op gehamerd om vooral rustig te starten om de ploeg niet over de kling te jagen. Echter, het jurylid was amper klaar met aftellen of de WVA trein zette zich als een Sprinter in beweging en bereikte binnen 500m een topsnelheid van 62 km/u! Ok, na de start was er direct een aquaduct en we hadden windje in de rug. Zo’n aquaduct eindigt overigens altijd met een beklimming, maar zelfs die namen we met 50 km/u. Daarna normaliseerde het tempo en reden we ruim 51 km/u gemiddeld over de eerste 16 km. Dit kon echter niet voorkomen dat we na 12 km ingehaald werden door een sneltrein met waarschijnlijk echte Elite renners. Nadat ze ons hadden gepasseerd zakte hun tempo in en reden we nog een tijdje vlak achter ze.
Toen kwam het eerste keerpunt: uitvoegen, snelweg af, rotonde rond, invoegen, snelweg weer op en dit alles tegen de rijrichting in. Tja, toen was het uit met de pret. Met de wind pal tegen zakte het tempo tot 40 km/u. De Elite trein reed nu definitief bij ons weg en de WVA ploeg werd zwaar op de proef gesteld. Marcel Kamerling schakelde de turbo bij, schroefde het tempo keer op keer op en nam lange sterke kopbeurten. Bart van Breemen, de nummer 2 achter Marcel, moest al zijn sprintvermogen bijschakelen om te dealen met de de wind achter de altijd laag- en aerodynamische zittende Marcel. Erik-Jan Bosch trok met een oerdegelijke cadans en ruime ervaring als tijdrijder het tempo steeds op aangename wijze netjes op orde. Mark Kassteen die met zijn 2.04m überhaupt niets aan de renners voor zich heeft bleef keurig zijn kopbeurten draaien en bleek een zeer betrouwbare middenmotor van de ploeg. Hans Leijnse, met zijn poten als ware het drijfstangen van een scheepsdielsel, was zoals altijd niet te stoppen en reed lange sterke kopbeurten alsof er gewoon geen wind stond. Maikel Schnerr draaide in zijn eerste ploegentijdrit met een jeugdige frisheid keurig mee alsof hij nooit anders had gedaan. Dit hielden we netjes 21 km lang vol tot aan het volgende keerpunt. Een enkele keer liet een renner een beurtje lopen, maar overall draaide de WVA machine storingsvrij door. Het bochtenwerk op het keerpunt was ronduit dramatisch, maar ach, met eens in het half uur een bocht maat dat niet uit 😉
Daarna weer wind mee, tempo ging weer richting 50 km/u, op weg naar de finish. Maar qua kilometers klopte het niet helemaal en we zaten op de verkeerde weghelft voor de finish. Het bleek dat we nog één keer de finish voorbij moesten, weer keren, weer wind tegen en dan pas de echte finish. Dit was het moment dat de eerste barsten in het WVA collectief verschenen. Maikel hing een paar keer aan het elastiek en de kopbeurten van Bart werden wel erg kort. Na het passeren van het aquaduct met een snelheid van 58,98 km/u om precies te zijn en de daaropvolgende beklimming het aquaduct uit, raakte de sprintmotor van Bart definitief oververhit. Het eigen bordje was leeggegeten en het leeg-eten van de bordjes van de anderen is in een TTT geen optie. Met nog 9 km te gaan bestond de WVA trein nog uit 5 renners.
Maikel had zijn reservekraantje gevonden en herstelde zich keurig. De WVA ploeg ging nog even in de slag met een andere ploeg die langszij kwam en finishte in een tijd van 1 uur en 8 minuten met een gemiddelde van 44,3 km/u. Keurig gedaan en daar kunnen we trots op zijn!
Na afloop was er de nodige gezelligheid en werd het TTT avontuur downtown Burgum met een heerlijke lunch afgesloten. Woensdag a.s. is de laatste training voor het NCK. De WVA ploeg raakt in topvorm en in Dronten zal zeker de grens van 45 km/u gemiddeld gebroken gaan worden!