Onze eigen Dinko Valerio derde op Districtskampioenschap

[door Dinko Valerio]

Onze eigen Dinko Valerio derde op Districtskampioenschap

Op tweede pinksterdag werd het het districtskampioenschap Noord Holland verreden in den Helder. Was daar in eerste instantie niet op ingeschreven omdat die koers werd pas op een laat moment aangekondigd. Maar op de “Sloten-zaterdagmiddag” zag ik Kristel Nijssen die dat natuurlijk wel wist en op haar uitnodigende wijze vroeg “of ik soms ook mee reed”. Kon nog net inschrijven en dus maandag de autorit naar “onze marinehoofdstad” gemaakt.

Ik koester een mooie herinneringen als inspiratie. De enige keer dat ik op een podium van een open koers stond was op het op hetzelfde kampioenschap van Noord Holland in 1982. Toen reden we vanaf de start met een groep weg die na enkele ronden was uitgedund tot twee man: Ron Bakker en mijzelf. Met windkracht zes langs de zeedijk op het parkoers bij Huisduinen hebben we toen gezamenlijk de hele koers voor een jagend peloton uitgereden. Ik werd tweede omdat ik de laatste ronden moest passen en toen zo dom (naïef?) was om te beloven niet te sprinten.

Maar ja, dat was “damals”… Nu moest ik het bij de 60 plussers weer opnemen tegen een Bakker. Dit keer de schier onklopbare Bert Bakker. Ook de 60 plus uitblinker Ron Smit stond aan de start dus dat waren eigenlijk al de uitgemaakte eerste twee podiumplaatsen. Toen na de eerste schermutselingen Ron en Bert dan ook in een kopgroep kwamen met daarin verder alleen sterke 50 plussers (we reden met 50- en 60 plus tezamen) was dat stiekem de best denkbare situatie om voor de overgebleven podium-plaats te strijden. Ik hoopte op een aankomst met alle overgebleven 60 plussers bij elkaar om in de sprint de beste kans te hebben. Het was een flink technisch parkoers met veel lange bochten en stukjes gemeen op het kantje. Reden om voorin te blijven rijden hoewel me dat wel af en toe op reprimandes kwam te staan als ik niet echt door reed op kop. Ook kon ik zo goed controleren als soms een van de overgebleven 60 plussers een uitlooppoging wou maken.

Toen overkwam me iets geweldigs: Hans de Kiewit, WvA ploeggenoot en collega uit mijn vroegere werksfeer, kwam naast me rijden en zei: “kom maar in mijn wiel ik zet je lekker af!”

Omdat de kopgroep op ons inliep kregen we al 7 ronden voor het einde de bel en kon het sprint-gala beginnen. Toen overkwam me iets geweldigs: Hans de Kiewit, WvA ploeggenoot en collega uit mijn vroegere werksfeer, kwam naast me rijden en zei: “kom maar in mijn wiel ik zet je lekker af!” Als 50 plusser was er hem voor hem geen grote eer meer te halen en hij offerde mij zijn oer-kracht in de laatste ronde. Zo gingen de grootste beer van het peloton met in zijn wiel het kleinste onderdeurtje als aan elkaar geplakt langs de hele groep. Hans zette me perfect als eerste af op het laatste rechte eind. Als ik al van zins was om hard te sprinten deed deze actie me nog dubbel zo hard op de pedalen rammen. Dit mocht ik niet verknoeien. Niet gekeken en alles gegeven. Zo kwam ik inderdaad als eerste van peloton over de meet en veroverde daarmee een derde plaats. Nog een keer super bedankt Hans!

Er verscheen een lach op mijn gezicht die er die dag niet meer afging. Na 34 jaar voor de tweede keer op een podium, bloemen en een medaille met mooie inscriptie. Eerlijk gezegd, nu ik het na een week opschrijf ben ik weer als een kind zo blij. Gek eigenlijk dat die euforie zo volkomen op zichzelf kan staan. Het was in relatieve zin alles behalve een wereldschokkende gebeurtenis. Ook in vergelijk met andere zaken die me bezig houden is die derde plek nou niet echt van groot belang. Toch blijkt ons wielerspelletje qua gelukshormonen makkelijk te wedijveren met al het overig mooie dat een mensenleven te bieden heeft.