Bij onze club klopt het Amsterdamse wielerhart

Mark Kassteen over gevoelswattages en andere onzinnige eenheden

Mark Kassteen reed een trainingsrondje met Frits en mijmert na. Over gevoelstemperatuur bijvoorbeeld, een term die weerman Peter Timofeeff ooit bedacht. Zouden gevoelswattagemeters eigenlijk ook bestaan?

(op de foto: weerman Peter Timofeeff)

Frits fietst niet veel. Maar als hij fietst, doet-ie het goed. Vindt hijzelf. Zoals laatst. We dronken voor vertrek nog even een kop koffie, pardon Nespresso, aan de smetteloze keukentafel. Zijn uitrusting lag bijna achteloos uitgestald. Ik merkte vrij dikke handschoenen op en iets wat op een bivakmuts leek. Ik wees Frits erop dat het 3 tot 5 graden zou worden en dat we een rondje Hoep zouden rijden, geen rondje Poolcirkel. Frits snoof, nam een slok Fortisssio Lungo en swipete op de nieuwste iPhone naar een fancy weer-app. ‘Hier, gevoelstemperatuur min drie, he.’

Ik herinner me nog goed dat weerman Peter Timofeeff de term eind jaren ’90 voor het eerst in de Nederlandse huiskamers bracht. Gevoelstemperatuur. Ik rilde ervan. Maar de meteoroloog kon zijn enthousiasme maar nauwelijks onderdrukken toen hij ons wees op de gevaarlijke rode lijn die beduidend lager lag in de grafiek dan de werkelijke temperatuur, een saaie zwarte lijn. Meteo was opeens spannend. ‘Door de harde oostenwind, kan het dus een stuk kouder aanvoelen,’ werd ons door Snorremans verzekerd!

Frits trapte nog aardig door. Hij had veel op de Tacx gezeten. Frits schatte in dat hij er bij elkaar al zo’n 6.000 kilometer op moest hebben zitten dit jaar. En dan moest december nog komen. ‘Buiten dus’, zei ik stelliger dan ik gewild had. Nee, volgens Frits zelf had hij zeker 5,000 kilometer op zijn zolderkamer gereden. Die telden ook gewoon. De gevoelstemperatuurdiscussie had ik laten lopen, maar iemand die beweert dat hij kilometers aflegt zonder voor- of achteruit te bewegen, zou ik voor straf graag een paar weken in één ruimte willen opsluiten met Chriet Titulaer. Dat zou hem leren met de wetenschap te spotten.

Frits had de hele weg achter me gezeten, uit de wind, etc. maar poefte vlak voor het bordje Amsterdam snel over me heen. ‘Hoppaaaaa…,’ klonk het

De meter wordt tegenwoordig gedefinieerd als de afstand die licht aflegt in iets minder dan 300 miljoenste seconde. Als je geen afstand aflegt kan je een uurtje op de Tacx dus nooit in (kilo)meters uitdrukken. Calorieën, wattages, TSS of gewoon uren zijn daarvoor betere maten. Frits vond mij een betweter. Hij was wel blij dat ik over wattages was begonnen, want hij moest inderdaad nog even zijn wattagemeter kalibreren. Het ding gaf maar 220 watt aan, waar Frits voelde dat hij veel meer vermogen leverde. Ik begon te lachen. Had Frits met zijn dure spulletjes nog niet eens de mogelijkheid gevoelswattages af te lezen. Haha, amateur! Iedere beetje serieuze fietser kan dat toch op zijn fietscomputer zien tegenwoordig?!

Frits had de hele weg achter me gezeten, uit de wind, etc. maar poefte vlak voor het bordje Amsterdam snel over me heen. ‘Hoppaaaaa…,’ klonk het toen ik weer naast hem fietste. Hij knoeide wat met zijn fietscomputertje. Waar kan ik eigenlijk zo’n gevoelswattagemeter kopen,’ vroeg Frits toen hij weer op adem was.

Het laatste stukje naar huis voelde opeens een stuk aangenamer dan verwacht.